Stollingsteam als ‘dagelijks huishouden’ met antistollingscommissie als ‘stuurgroep’ - CWZ

Antistollingszorg 1. Primair casemanagement: verschillende ‘smaken’ gebaseerd op de LSKA
Instellinginformatie Perifeer ziekenhuis | Canisius Wilhelmina Ziekenhuis

In het CWZ in Nijmegen is de antistollingszorg naar een hoger niveau getild. Naast een antistollingscommissie (zie ‘van A tot Z) is er een stollingsteam in het leven geroepen met daarin een belangrijke rol voor vigilantie-arts Lars Heessels om het S-Team ook een uitvoerende rol te geven. Zo staat antistollingszorg weer op de kaart, voldoet het ziekenhuis  aan de eisen van het LKSA 2.0-protocol en is bovenal de kwaliteit en veiligheid van de antistollingszorg verbeterd.

In het kort

  • Knelpunten snel kunnen signaleren en hier vervolgens ook direct acties aan koppelen, bijvoorbeeld door te adviseren bij complexe patiënten of het protocol aan te passen. Dat is de kracht van het casemanagement in het CWZ.
  • Lars Heessels speelt een grote rol in het faciliteren van dit snelle handelen. Hij is vast aanspreekpunt en fulltime beschikbaar.
  • Met de komst van het S-team is er beter zicht op wat er dagelijks gebeurt omtrent  antistollingszorg in het hele ziekenhuis, waardoor een belangrijke optimalisatieslag gemaakt kon worden.
  • ‘We hebben eigenlijk een dagelijks huishouden toegevoegd aan de overkoepelende stuurgroep (antistollingscommissie) die al een aantal jaren bestond’, vertelt vigilantie-arts Lars Heessels.

Inspiratie

Vigilantie-arts in the lead

‘Aanvankelijk werd de consultfunctie voor antistollingszorg verricht door twee trombosedienstartsen, maar zij kozen vorig jaar voor een andere functie’, aldus Lars. Daarna is er een vacature gekomen voor een fulltimer, waarop hij heeft gesolliciteerd. Dit is een voordeel t.o.v. zijn voorgangers die het parttime deden of de situatie in andere ziekenhuizen waar een casemanager de rol bijna altijd vervult naast een medische functie. Omdat Lars arts is, weet hij hoe het eraan toe gaat op de werkvloer. Hij kan zaken medisch inhoudelijk beoordelen en adviezen geven. Dat geeft vertrouwen en artsen ervaren dit als prettig. Een internist-vasculair geneeskundige uit het CWZ vormt de achterwacht van het casemanagement. Ze hebben wekelijks een kort overleg en de internist is bereikbaar voor complexe vraagstukken. Omdat Lars zelf medisch-inhoudelijke kennis heeft, hoeft hij haar in de praktijk echter niet vaak te storen.

 

S-team

Het stollingsteam – ofwel het ’S-Team’ - komt eens per maand bijeen om in multidisciplinair verband alles wat relevant is omtrent antistolling in het CWZ te bespreken, waaronder complexe casuïstiek, protocollaire zaken, in- en externe audits en verbetermaatregelen vanuit incident- en calamiteitenonderzoek. Het S-team bestaat naast Lars uit een internist vasculair geneeskundige, cardioloog, ziekenhuisapotheker, anesthesioloog, adviseur Kwaliteit & Veiligheid, manager Trombosedienst, verpleegkundig specialist (VS) orthopedie en een physician assistant (PA) chirurgie. Bijzonder aan het casemanagement in het CWZ is dat het S-team standaard betrokken is bij de uitvoering en verslaglegging van calamiteitonderzoek op het gebied van antistolling.

 

Middels een e-mailadres en consulttelefoon is het S-team aanspreekpunt voor vragen voor zorgprofessionals uit het hele ziekenhuis. Dit werkt heel goed. Er komen regelmatig vragen binnen via het emailadres en collega’s weten ook het telefoonnummer steeds beter te vinden. ‘Dat schakelt sneller, dus dat werkt heel goed’, aldus Lars. De meeste vragen op de consulttelefoon komen van de afdelingen interne geneeskunde, anesthesiologie en maag-darm-leverziekten (MDL). Lars bemant de consulttelefoon tijdens kantooruren. Op zijn vrije dag heeft de dienstdoende internist-vasculair geneeskundige deze op zak; tijdens ANW-uren vallen ze terug op het Radboud UMC voor uiterste spoedgevallen. De consulttelefoon wordt gebeld bij complexe casuïstiek, complicaties zoals bloedingen, als het (perioperatieve) protocol onduidelijk is of bij interessevragen.

 

Patiëntveiligheid

Door deze aanpak lijkt de antistollingszorg in het CWZ veiliger te zijn geworden. Knelpunten worden accuraat opgepakt en verbeterd en het aantal calamiteiten is in ieder geval sterk afgenomen ten opzichte van een tijd geleden. Een positieve ontwikkeling voor het antistollingsbeleid dus, maar dan moet je als ziekenhuis wel bereid zijn hierin te investeren en een geschikte functionaris vinden die de rol ook daadwerkelijk inhoud kan geven.   

 

Volgens Lars is zijn functie niet altijd aantrekkelijk voor artsen. ‘Het is vanwege het beperkte carrièreperspectief als vigilantie-arts misschien niet echt een logische keuze om te stoppen als medisch specialist’, vertelt hij. ‘Toch is het wel echt van meerwaarde als iemand dedicated met dit onderwerp bezig kan zijn. En het is wel een dusdanig veelzijdig, complex onderwerp dat het eigenlijk nooit gaat vervelen!’ Een alternatieve benadering kan zijn om een verpleegkundig specialist op dit gebied op te leiden, of trombosedienst-artsen die een andere functie wensen.

 

Toekomst

Plannen en ideeën voor de toekomst heeft Lars nog genoeg. Hij ziet vooral mogelijkheden en een belangrijke rol voor nog meer regionale inhoudelijke samenwerking. ‘De beste oplossingen zijn waarschijnlijk te vinden als we als betrokken collega’s gezamenlijk optrekken bij het casemanagement antistolling’, zegt Lars. ‘Dan hoeven we niet allemaal het wiel zelf uit te vinden en kunnen we bij grote vraagstukken samen verder komen dan alleen.’ Een voorbeeld daarvan is de integratie van het antistollingsbeleid in het EPD.  ‘We hebben het preoperatieve antistollingstraject in ons EPD (HiX) ingebouwd, maar dit werkt nog niet helemaal naar behoren. We zijn in gesprek met een softwareleverancier om dit meer op maat in te bouwen. Ik weet dat andere ziekenhuizen hier ook mee worstelen, dus dit – en andere vraagstukken - zou je mogelijk regionaal of misschien zelfs landelijk kunnen oppakken.’

Van A tot Z

Benieuwd hoe de antistollingszorg in het CWZ precies is geregeld? Lees onderstaand verhaal voor details. Lars noemt het S-team ook wel het dagelijks huishouden van de antistollingszorg, met de Antistollingscommissie meer als stuurgroep erboven. 

 

Antistollingscommissie

In het CWZ is er een officiële Antistollingscommissie waarin afgevaardigden zitten van bijna alle medische specialismen, het klinisch chemisch lab, adviseur kwaliteit & veiligheid, een ziekenhuisapotheker en Lars als vigilantie-arts. De commissie komt één à twee keer per jaar bijeen en is op papier eindverantwoordelijk. In de antistollingscommissie worden de zaken besproken die een ziekenhuis-brede impact hebben. Zij geven meer het formele akkoord. Het S-team is in principe adviserend aan de antistollingscommissie, maar mag ook zelf besluiten nemen als het om dagelijkse antistollingszaken gaat.

Stollingsteam (S-team)

De samenstelling van het S-team is als volgt:

  1. Case manager antistolling / Internist vasculair geneeskundige
  2. Vigilantie-arts (Lars)
  3. Cardioloog
  4. Ziekenhuisapotheker
  5. Anesthesioloog
  6. Adviseur Kwaliteit & Veiligheid
  7. Manager Trombosedienst
  8. Verpleegkundig specialist (VS) orthopedie
  9. Physician assistant (PA) chirurgie


Lars als vigilantie-arts regelt de dagelijkse zaken voor het S-team, pakt de meeste actiepunten op en bereidt de agenda voor. Er zijn geen vaste agendapunten. De acties die voortvloeien uit de vergadering worden toegewezen aan het S-team lid dat deze actie het beste kan uitvoeren. Om een voorbeeld te geven: acties met betrekking tot het perioperatief beleid kunnen worden toebedeeld aan de VS orthopedie, PA chirurgie of anesthesioloog. Daarnaast wordt besproken wat er gespeeld heeft in de afgelopen maand. Zo komen er vragen van niet S-teamleden binnen via het mailadres dat speciaal voor het S-team is aangemaakt. De medische inhoudelijke vragen komen voornamelijk binnen via de consulttelefoon die wordt beheerd door Lars. Relevante punten die hieruit komen neemt hij ook mee naar het S-team overleg. De functie van Lars wordt gefinancierd door het ziekenhuis zelf.

 

Om de antistollingscommissie en andere zorgprofessionals binnen het CWZ op de hoogte te houden van relevante ontwikkelingen, geeft het S-team 3-4x per jaar een nieuwsbrief uit. Dit helpt ook in het vergroten van het bewustzijn voor het thema ziekenhuis-breed, aldus Lars.

 

Calamiteitonderzoek

Als zich een calamiteit op het vlak van antistolling voordoet, wordt het S-team standaard betrokken in het calamiteitonderzoek. Samen met de internist-vasculair geneeskundige en vaak de anesthesioloog levert Lars een inhoudelijke bijdrage aan het vooronderzoek en de bespreking daarvan. Lars leest mee met de rapportage en vanuit het S-team wordt inhoudelijk advies gegeven ten aanzien van de vermijdbaarheid van de casus. Ook met opgestelde verbetermaatregelen die raken aan antistollingszorg gaat het S-team vervolgens aan de slag. Dit kan een praktische vervolgactie zijn, zoals het aanpassen van beleid, maar ook vervolganalyse in de vorm van een interne audit om de resultaten van het incidentonderzoek in de juiste context te plaatsen en hieraan passende opvolging te geven.

 

Bekijk hier de regionale richtlijnen rondom DOACs en zie hier de regionale richtlijnen rondom TARs van de NECF. Heb je vragen voor Lars? Neem gerust contact met hem op, hij denkt graag mee.

 

Een veel gehoorde vraag is hoe je voor de realisatie van casemanagement een business case schrijft, ter onderbouwing van benodigde fte’s of diensten voor bijvoorbeeld de inrichting van een Stollingsteam en/of de inzet van stollingsverpleegkundigen of andere functionarissen. Bekijk hier een aantal voorbeelden van business cases.

Contactpersoon

Lars Heessels
Lars Heessels
Vigilantie-arts Stollingsteam CWZ

Toestemming plaatsen cookies

Deze website maakt gebruik van functionele, statistische en social media & overige cookies. Als je wilt aanpassen welke cookies en scripts gebruikt mogen worden, dan kun je hieronder jouw instellingen wijzigen.

Meer informatie is beschikbaar in de privacy- en cookiestatement.