Wat is jouw persoonlijke motivatie om je als bestuurder te verbinden aan het programma Tijd voor Verbinding?
‘Eind 2003 startte het project ‘Sneller Beter’, onderdeel daarvan was het rapport ‘Hier werk je veilig of je werkt hier niet’ uit 2004. Dit rapport werd de basis voor het veiligheidsmanagementsysteem dat zorginstellingen nu hanteren. Met dit systeem kunnen zorginstellingen continu risico’s signaleren en verbeteringen doorvoeren. Toch wordt het werken aan patiëntveiligheid nog vaak gekenmerkt door reactief gedrag, door oplossingen voor problemen te zoeken. Bovendien is het veiligheidsmanagementsysteem vaak een aangelegenheid van individuele instellingen. Met het programma Tijd voor Verbinding proberen we een volgende stap te zetten door proactief op zoek te gaan naar goede voorbeelden en deze te delen. Zo kunnen we instellingen en zorgprofessionals daadwerkelijk verbinden en kan er een systeem ontstaan waarbij uitgevonden wielen voor iedereen beschikbaar komen. Immers, als je kunt delen kun je ook vermenigvuldigen.’
Vakmanschap, verbinding en vertrouwen vormen de kern van het programma. Hoe zie je dit in het kader van leiderschap?
‘Het gedachtegoed van Safety-II spreekt mij enorm aan. Het legt de focus óók op wat goed gaat en dat kan zeer motiverend werken voor zorgpersoneel en medewerkers. Je mag immers best trots zijn op alle zaken die gewoon goed gaan in de zorg en deze met gepaste trots delen. Daar worden anderen, en dus ook de zorg die zij leveren, alleen maar beter van.’
Wanneer is het programma Tijd Voor Verbinding volgens jou een succes?
‘Je ziet dat we met TvV nu al goede voorbeelden ophalen die we kunnen delen. Het zou mooi zijn wanneer de positieve insteek die TvV beoogt een integraal onderdeel wordt van de manier waarop we in de medisch specialistische zorginstellingen met kwaliteit en veiligheid omgaan. Cruciaal is daarbij dat vooral zorgverleners gemotiveerd worden om proactief met veiligheid om te gaan. Wanneer zorgmedewerkers zich vrij voelen om nieuwe initiatieven te ontplooien en daarin door instellingen actief gefaciliteerd worden, is TvV wat mij betreft een succes.’