Aansluiten
In het juist aansluiten bij een patiënt met een delier, is een belangrijke rol weggelegd voor de verpleegkundige. Dit kan voor de patiënt het verschil maken. Zo vertelt de patiënt tijdens de training in het GHZ dat de ene verpleegkundige tegen hem zei ‘ga maar slapen, er is niets aan de hand’. Dat hielp hem niet. Een andere verpleegkundige legde hem uit dat hij een delier had, dat dit vaker voorkomt en hoé dit komt. De patiënt ervaarde de laatste manier als veel geruststellender en voelde zich erg serieus genomen. Uiteraard werkt dat niet bij elke patiënt in elke fase van het delier, maar het gaat erom op de juiste manier aan te sluiten.
Brede impact
Er zijn geen cijfers vanuit het GHZ die het effect van deze interventie onderbouwen. Wel blijkt uit verhalen van verpleegkundigen dat de kennis op deze manier beter beklijft.
Ook lijkt het erop dat de delierzorg is verbeterd. Zo zijn er minder heftige delieren en wordt het consultatieteam er sneller bij gevraagd. Al voordat het consultatieteam erbij is, worden betere interventies uitgevoerd. Denk aan het inzetten van deliervrijwilligers, rooming-in van de familie, of tools zoals muziek, oriëntatiehulpmiddelen of de ‘delierbox’.
De Raad van Bestuur is bij de scholing uitgenodigd. Het hielp hen om te zien wat de impact is van beleid op de patiënt: een goede leerervaring. Voor de patiënt zelf was het helend om zijn verhaal nog eens te kunnen vertellen en daarmee een bijdrage te leveren aan de verbetering van zorg. Voor verpleegkundigen is het zeer leerzaam. Daarbij helpt deze scholing om de screening en DOS beter te doen omdat de impact van het delier helder wordt. Een interventie met veel impact dus, die relatief makkelijk te organiseren is.