Het omarmen van het Safety-II gedachtegoed, en dus het leren van de praktijk, wil niet zeggen dat we alles wat we tot dusver deden, overboord gooien. Safety-II is een aanvulling op Safety-I: wanneer er dingen misgaan, zullen we die blijven onderzoeken en juist de dingen die nog niet optimaal verlopen, vormen vaak de aanleiding om met verbetering aan de slag te willen gaan. Echter, de aanvliegroute kan vanuit het leren van de praktijk anders zijn: in verbeterinitiatieven kijken we bijvoorbeeld naar oplossingen die praktisch haalbaar en passend zijn bij de situatie in de praktijk, in plaats van vooral naar wat bestaande kaders (bijv. accreditaties, certificeringen, richtlijnen, protocollen) ons voorschrijven. Vertrouwen in de deskundigheid van professionals, verbinding en vakmanschap zijn hierin essentiële elementen.
Continu verbeteren
Uit ervaring weten we dat het (introduceren van) Leren van de praktijk gedachtegoed bijdraagt aan het vergroten van het enthousiasme en de intrinsieke motivatie voor het continu verbeteren van kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid. Ook verhoogt dit gedachtegoed het werkplezier, omdat in leren en verbeteren aangesloten wordt bij wat passend en haalbaar is in de praktijk. De focus ligt minder op fouten en de opvolging van procedures, wat positief bijdraagt aan werkplezier en veiligheidscultuur. Door minder de nadruk te leggen op het ‘vinken’ van lijstjes of het voldoen aan normen, blijft er meer tijd over voor waar het echt om gaat: het dagelijks werk!
Voorbeeld: Kwetsbare ouderen (valpreventie)
Valpreventie is een belangrijk, maar complex veiligheidsthema voor veel zorginstellingen. De nadruk ligt nu vaak op registratie van de valrisicoscreening en ingezette preventieve maatregelen. Wanneer het thema bekeken wordt vanuit het ‘leren van de praktijk’ gedachtegoed, kan er met een ‘andere bril’ gekeken worden naar het thema, bijvoorbeeld: Hoe komt het dat kwetsbare ouderen met een verhoogd risico juist niet valt? Wat gebeurt er in de zorg rondom rondom die patiënt? Hoe kunnen deze succesfactoren breder ingezet worden om valpreventie in andere situaties ook te verbeteren?
|
Sociale beweging creëeren
Het programma Tijd voor Verbinding zit in de laatste fase, waarin we inzetten op activiteiten die bijdragen aan een sociale beweging. In de literatuur wordt dit een ‘social movement’ genoemd, een ongeorganiseerde beweging die op gang komt met als doel situaties, en soms zelfs normen en waarden, blijvend te veranderen.
Grote sociale bewegingen kenmerken zich door vanaf het begin een breed gedragen probleem of knelpunt te adresseren. Het bereiken van daadwerkelijke verandering begint met het mobiliseren van individuen die gemotiveerd zijn om verandering te brengen binnen deze problemen en knelpunten. Zij delen vaak hetzelfde doel en bundelen zich vervolgens tot kleine groepen, ook wel grassroots genoemd.
In zorginstellingen en klinieken zoeken en versterken we deze zogenaamde ‘grassroots’. Dit zijn kleine groepen, losjes met elkaar verbonden, maar verenigd door een gemeenschappelijk doel, die transformationele veranderingen stimuleren.
In het ambassadeursnetwerk verbinden we grassroots aan elkaar, met als doel een groter netwerk te bouwen richting verbeteren en bestendigen van patiëntveiligheid.
Bekijk de infographic Sociale Bewegingen