Scholing op maat
De scholing wordt op maat gemaakt naar de leerbehoeften van elke afdeling. Artsen en verpleegkundigen van een afdeling verbeteren samen met het team van geriatrie continu de zorg voor ouderen met een kwetsbare gezondheid. Het is aannemelijk dat er minder ongewenste schade ontstaat: risicovolle situaties worden sneller herkend en hier kan dus beter op worden ingespeeld.
Opbouw van het scholingsprogramma
Per afdeling wordt een proces doorlopen met de volgende stappen:
- Kennismakingsgesprek
- Nulmeting
- Intakegesprek
- Intensieve fase
- Afbouwfase
- Evaluatie
- Borging
1. Kennismakingsgesprek
Managers, specialist, verpleegkundigen en de adviseur ‘opleiden’, maken hernieuwd kennis met de klinisch geriater en de verpleegkundig consulent geriatrie. Het scholingsprogramma en de voorbereiding voor het intakegesprek worden hierin besproken.
2. Nulmeting
Specialisten, arts-assistenten en verpleegkundigen vullen de KOP-Q in als nulmeting. (Voor artsen is er een aangepaste versie.)
De verpleegkundig consulent geriatrie kijkt een week op de afdeling mee. De klinisch geriater kijkt op cruciale momenten mee met het werk van de artsen van de afdeling.
De verpleegkundig consulent geriatrie benadert de overige zorgverleners op de afdeling (zoals logopedisten, diëtisten, fysiotherapeuten, voedingsassistenten etc.) omtrent scholingsbehoeften.
3. Intakegesprek
Op basis van voorgaande metingen en observaties analyseren de klinisch geriater en de verpleegkundig consulent wat de speerpunten worden van het scholingsprogramma.
Als voorbereiding op het intakegesprek heeft de afdeling zelf een inschatting gemaakt van de leerpunten.
Tijdens het intakegesprek worden gezamenlijk de doelen vastgelegd voor de komende periode. Aanwezig zijn dezelfde betrokkenen als tijdens het kennismakingsgesprek. Het leerprogramma wordt per afdeling aangepast, de wensen/behoeften van de afdeling zijn leidend. Interprofessioneel leren en werken staan bovenaan.
4. Intensieve fase
Gedurende vier tot acht weken is de verpleegkundig consulent geriatrie en de klinisch geriater meerdere dagen per week aanwezig op de afdeling. Ze kijken mee, geven tips en verzorgen bedside teaching, casuïstiekbesprekingen en klinische lessen.
Marjolein is verpleegkundig consulent: 'De ervaring leert dat, in het begin, het initiatief echt komt vanuit de verpleegkundig consulent geriatrie en klinisch geriater. Na verloop van tijd verandert dit en vragen collega’s zelf om patiënten te bespreken. Het enthousiasme en het initiatief van de collega’s groeit enorm tijdens deze weken.'
Afronden en borging (fase 5 t/m 7)
Na vier tot acht weken volgt een afbouwfase (van twee tot drie weken), hierin is minder intensief contact. De verpleegkundig consulent en klinisch geriater richten zich nu met name op het ondersteunen van de ‘aandachtsvelders’ geriatrie en arts/verpleegkundig specialist. In deze fase wordt door de ‘aandachtsvelders’ onder andere een jaarplan gemaakt ten behoeve van de borging van de behaalde resultaten. Hierin wordt vermeld waar de afdeling nu staat, over een half jaar wíl staan en welke ondersteuning daarvoor nodig is. Er wordt uitgegaan van een wekelijks contact met de afdelingen.
Na de afbouwfase vindt een evaluatie plaats met onder andere een effectmeting. Er wordt gekeken of de afgesproken doelen behaald zijn.
Inmiddels hebben alle afdelingen deze scholing doorlopen. Het scholingsprogramma heeft nu een vaste plek in de jaarplanning. Twee keer per jaar wordt er per afdeling een terugkomweek ingepland. Vooraf wordt gekeken waar iedereen staat in het leerproces en welke actuele onderwerpen er spelen rondom ouderen met een kwetsbare gezondheid. Op basis van het jaarplan en gesprekken met de artsen en verpleegkundigen, begeleiden de verpleegkundig consulent en de klinisch geriater een week lang de afdeling. Afhankelijk van de behoefte en vraag van de afdeling is er de mogelijk voor een standaard terugkomweek, een light versie en een intensieve versie.
Naast de aanwezigheid van de verpleegkundig consulent en de klinisch geriater is er een digitaal leermenu met online scholing interactieve filmpjes, folders en protocollen. Het leermenu bestaat uit 15 onderwerpen (zie figuur 1). Per onderwerp is een menukaart gemaakt met daarop leermiddelen, variërend van o.a. snacks tot stevige kost en haute cuisine (zie figuur 2).
Ervaringen in de praktijk
'De scholing kwetsbare ouderen is echt van meerwaarde geweest op de afdeling. Heel prettig was de nauwe samenwerking met de verpleegkundig consulenten, zij hebben echt gezorgd voor verbinding en kennis verbreding onder de verpleegkundigen. Het kunnen sparren over casuïstiek en het bewust stilstaan bij deze patiëntengroep is door het team als heel positief ervaren en draagt bij aan de kwaliteit van zorg op de verpleegafdeling.' (teamleider verpleegafdeling)
'Het was fijn, jullie hebben per patiënt meegelopen en tips gegeven en ook wat wij belangrijk vinden op de afdeling daarin. De scholingen sloten goed aan bij de ouderen met een kwetsbare gezondheid die wij hier op de afdeling hebben. Het (scholingsprogramma) heeft niet extra werkdruk opgeleverd. (…) Juist door de tips werd het werk juist weer wat makkelijker soms.' (verpleegkundige orthopedie)
Omdat de verpleegkundig consulent en klinisch geriater meelopen op de afdeling, kunnen ze tijdens de lessen en casuïstiek besprekingen terug grijpen op wat ze in de praktijk hebben gezien. Op de manier leren verschillende disciplines met en van elkaar. De verpleegkundig consulenten en geriater zien tijdens de intensieve fase al verbetering in de zorg voor ouderen met een kwetsbare gezondheid.